close

TLD (Top Level Domain) Uitgelegd

Landscape-Pic 54

Wat is een Top level Domein?

Een topleveldomein (TLD) is het meest rechtse gedeelte in een internetdomeinnaam. Om die reden wordt een TLD ook vaak een domein extensie genoemd. Een domeinnaam is opgebouwd uit diverse onderdelen, een hoofdniveau (topleveldomein), een middelniveau (secondleveldomein) en een onderniveau (subdomein). In de naam wikipedia.com is .com het topleveldomein.

Historie van Topleveldomeinen

In 1985 werd het Domain Name System (DNS) geïntroduceerd, een systeem dat het mogelijk maakte om computers op naam te identificeren. Aanvankelijk gebeurde dit onder het topleveldomein .arpa, maar al snel werd dit vervangen door zeven nieuwe topleveldomeinen (.com, .net, .org, .int, .edu,
.gov, en .mil). Inmiddels zijn er wereldwijd meer dan 400 topleveldomeinen. Ieder land heeft zijn eigen TLD, soms ook met meerdere sub-TLD’s. Topleveldomeinen worden door de ICANN (Internet Corporation for Assigned Names and Numbers) toegekend aan onafhankelijke landen. In Nederland worden de TLD’s beheerd door de Stichting Internet Domeinregistratie Nederland (SIDN), in België wordt dit gedaan door DNS Belgium.

Soorten Topleveldomeinen

Er bestaan verschillende soorten TLD’s. Het meest bekende is het country code topleveldomein (ccTLD) dat wordt gebruikt voor een land of onafhankelijk grondgebied. Een ccTLD bestaat uit de 2- letterige landcode die volgens een ISO norm is vastgelegd. Er zijn wereldwijd 252 ccTLD’s. Bekende voorbeelden zijn .nl (Nederland), .fr (Frankrijk) en .eu (Europa). Een variant hierop is het country code secondleveldomein (ccSLD). Dit domein maakt onderscheid tussen commerciële, non-profit, educatieve of overheidsorganisaties. Voorbeelden hiervan zijn .co.uk (commerciële bedrijven in Engeland), .org.il (non-profit organisaties in Israël) en .gov.ru (overheidsorganisaties in Rusland).

Generic Topleveldomeinen

Een tweede groep TLD’s zijn de generic topleveldomeinen (gTLD’s), domeinnamen die niet aan een bepaald land toebehoren. Deze zijn onderverdeeld in sTLD’s (sponsored) en uTLD’s (unsponsored). Voorbeelden van sTLD’s zijn .aero (luchtvaart en transport), .edu (instellingen voor hoger onderwijs) en .gov (instellingen van de federale overheid). Voorbeelden van niet gesponsorde TLD’s zijn .com (commerciële bedrijven), .info (informatief) en .net (netwerk en ISP’s).

Nieuwe Topleveldomeinen

De ICANN heeft in 2012 besloten dat het mogelijk is om een eigen, generiek TLD aan te vragen en de domeinnamen daarop zelf te verdelen. Voorbeelden hiervan zijn .apps, .amsterdam, .windows of .kpn. Een dergelijke aanvraag is bepaald niet goedkoop, een evaluatie kost 185.000 dollar. Alleen kapitaalkrachtige partijen zijn dus in staat om zelf TLD’s aan te vragen. In het geval dat meerdere partijen azen op één topleveldomein, wordt door ICANN uiteindelijk bepaalt welke aanvraag het meest geschikt is en wie dus het domein in zijn bezit krijgt. Sinds 2012 zijn er ruim honderd nieuwe TLD’s door de ICANN toegewezen.

No Comments

Leave a reply

Post your comment
Enter your name
Your e-mail address

Story Page